Een vaste (v)
- De meest gebruikte steek. Als je een vaste begint in een lossenketting dan steek je je haaknaald in de 2e losse vanaf je haaknaald (Tekening 1)
- Sla de draad om de naald en trek die door de losse. Je hebt nu 2 lussen op je haaknaald staan.
- Sla de draad nogmaals over de haaknaald en trek de draad door beide lussen.
- Je hebt nu een vaste gehaakt.
Als je al een rij met vasten hebt steek je je haaknaald door de volgende vaste, je moet echt in het gat steken onder de twee lusjes door (als je er bovenop kijkt zie je een v’tje), haal je de draad op en trekt die door het gat, je hebt nu opnieuw 2 lussen op je haaknaald.
Je slaat de draad nogmaals over de haaknaald en trekt de draad door beide lussen.